Wagenmaker, armoezaaier
was ons vader levenslang
aan zijn draaibank op zijn kloefen
al de rest had geen belang
maar hij had zo’n schone handen
daarmee speeld’ie klarinet
in d’harmonie Sinte Cecilia
tussen tuba en trompet
Mijn vader mijn vader voor u is dit lied
stroofke leute en stroofke verdriet
En ie sleep bekwaam zijn beitels
kapt’en boord’in olm en eik
en ie rook naar zweet en zaagsel
‘t houtkot was zijn koninkrijk
maar op zondag las ie boeken
van Jules Verne een groot getal
en ie vaard’ ook op den Kon-Tiki
‘s zondags was ie Heyerdahl
In zijn jonge wilde jaren
was ie licht extravagant
ie wilde op de zee gaan varen
de wereld rond als muzikant
maar veel verder dan de Schelde
is ons vader nooit gerocht
met de Flandria rond Antwerpen
daar den dierentuin bezocht
We liepen dikwijls langs de Leie
op ‘t jaagpad naar de zaligheid
tussen d’echte en de dwaze dingen
leerde ie gauw ons ‘t onderscheid
zie die vlasschaard ne keer bloeien
kijk dat wiel is groot en sterk
hoort de radio dat is Mozart
zwijgt en doe voort aan uw werk
Wagenmaker armoezaaier
was ons vader levenslang
aan zijn draaibank op zijn kloefen
al de rest had geen belang
maar in d’harmonie Sinte Cecilia
tussen tuba en trompet
speeld’ie met zijn schone handen
altijd d’eerste klarinet