Mijn Vader

Willem Vermandere

Wagenmaker, armoezaaier

was ons vader levenslang

aan zijn draaibank op zijn kloefen

al de rest had geen belang

maar hij had zo’n schone handen

daarmee speeld’ie klarinet

in d’harmonie Sinte Cecilia

tussen tuba en trompet

Mijn vader mijn vader voor u is dit lied

stroofke leute en stroofke verdriet

En ie sleep bekwaam zijn beitels

kapt’en boord’in olm en eik

en ie rook naar zweet en zaagsel

‘t houtkot was zijn koninkrijk

maar op zondag las ie boeken

van Jules Verne een groot getal

en ie vaard’ ook op den Kon-Tiki

‘s zondags was ie Heyerdahl

In zijn jonge wilde jaren

was ie licht extravagant

ie wilde op de zee gaan varen

de wereld rond als muzikant

maar veel verder dan de Schelde

is ons vader nooit gerocht

met de Flandria rond Antwerpen

daar den dierentuin bezocht

We liepen dikwijls langs de Leie

op ‘t jaagpad naar de zaligheid

tussen d’echte en de dwaze dingen

leerde ie gauw ons ‘t onderscheid

zie die vlasschaard ne keer bloeien

kijk dat wiel is groot en sterk

hoort de radio dat is Mozart

zwijgt en doe voort aan uw werk

Wagenmaker armoezaaier

was ons vader levenslang

aan zijn draaibank op zijn kloefen

al de rest had geen belang

maar in d’harmonie Sinte Cecilia

tussen tuba en trompet

speeld’ie met zijn schone handen

altijd d’eerste klarinet