Meiske, kleine krullebolle
Zal gaan trouwen volgend jaar
Z’ hèt al potten en wa pannen
En ne strek voor in heur haar
Ze zal zelf heur kleedje weven
Want heur goeste vindt ze niet
Maar wel een lief met een moustasje
Die ze zo zot geiren ziet
Meiske, kleine krullebolle
Zal gaan trouwen volgend jaar
Z’ hèt al potten en wa pannen
En ne strek voor in heur haar
Ze rekent op den dauw des hemels
En ‘t potje koken kan z’ al goed
Met rijst en raapkes en rozijntjes
En met liefde die wonderen doet
Meiske, kleine krullebolle
Zal gaan trouwen volgend jaar
Z’ hèt al potten en wa pannen
En ne strek voor in heur haar
Geduldig telt ze nu de dagen
Binst dat ze gordijntjes haakt
We gaan nog vele moeten sparen
Voor dat ‘t huis bemeubeld geraakt
Meiske, kleine krullebolle
Zal gaan trouwen volgend jaar
Z’ hèt al potten en wa pannen
En ne strek voor in heur haar
En spinnen en weven en ‘t land bezaaien
Lavendel, thijm en roosmarijn
En de kamertjes behangen
Met rozegeur en maneschijn
Meiske, kleine krullebolle
Zal gaan trouwen volgend jaar
Z’ hèt al potten en wa pannen
En ne strek voor in heur haar
Nog zo jong, zo onervaren
Zo onnozel en stekeblind
Nog maar amper goed ontloken
Nog zovele moeders kind
Meiske, kleine krullebolle
Zal gaan trouwen volgend jaar
Z’ hèt al potten en wa pannen
En ne strek voor in heur haar
