Ons kind moet studeren dag aan dag
‘t Is een visselke dat nie meer zwemmen mag
Mijne teevee en mijn hifi-apparatuur
Da ‘k mie zo verveel op de langen duur
Den auto en ‘t huisgerief op krediet
Da wordt een kortstondig liefdelied
Aan d’ advokaten is ‘t geval toevertrouwd
We waren nochtans ooit zo gelukkig getrouwd
Ik hoor dat uw allerliefst’ u verliet
De wereld zit vol van nutteloos verdriet
Onze luxeflat op het tiende verdiep
En da ‘k vroeger zo geiren op den hooizolder sliep
En dagelijks per file naar ‘t werk in de stad
En ons vader die nog op strate voor zijn deure zat
Dat drukke verkeer maakt mie angstig en moe
Waar gaan al de mensen in feite naartoe
Op cruise met de club méditerranée
Ik ga nog liefst gaan kaarten in mijne stamcafé
Of in ‘t sjiek restaurant zwaar uitgezakt
Of kerstavond bie moeder die wafels bakt
Mijn koffie, mijn scheer, mijn afwasmachien
Is ‘t leven al nie lastig genoeg misschien
Ik moet schuren en schrobben mijne keuken en mijne salon
Wanneer speel je nog ne keer op uw akkordeon
Het feest door den diskobar verpest
Het heimwee naar ‘t oud harmonieorkest
Parkingmeters en éénrichtingsverkeer
Waar is mijn straatje van weleer
Hè j’ ook al veel geld voor uw pensioen gespaard
Maar hè j’ ook al wat kruimeltjes wijsheid vergaard
Dronken supporters in ‘t stadion
En niemand die nog weet hoe dat den oorlog begon
Ik hoor van ziekte en van hongersnood
En onze boter en tarwebergen zijn zo groot
Ik hoor hoe dat ‘t oerwoud wordt gerooid
Schoon en goed nieuws hoor j’ hier zelden of nooit
Lange rivieren vol met dode vis
Zegt maar aan ‘t volk dat er welvaart is
Beton en asfalt over berg en dal
Is de mens dan geen meester van ‘t heelal