La Belle Rosselle

Willem Vermandere

Diep in Frankrijk, in Chaumont-le-bois

Weunt Godelieve Rosselle, écoutez-moi

In ne stal en een oeroud huis van steen

La belle is al tachtig maar nog goed te been

Cinquante lapins, een geite en een hond

Z’ is kromgegroeid van ‘t scharten in de grond

Z’ is taai lijk een wisse, croyez-moi

La belle Rosselle de Chaumont-le-bois



Mijne vent is dood, il y a vingt ans

Le pauvre a suffert terriblement

En ik hèn een pensioentje van deux fois rien

Maar ik kweeke lapins voor de parisien

‘k Hè canards en een koe en zo kom ik rond

En ‘k labeure een beetje mijne grond

Labeuren dat doe ze, croyez-moi

La belle Rosselle de Chaumont-le-bois



We gerochten alhier achter quatorze-dixhuit

Juste getrouwd, que le temps passe vite

Al ons land was kapot en Ieper lag plat

Alleman was pauvre en zat op zijn gat

Maar ‘t gaa nu veel beter daar in den Belgique

Volgens da kik da hoor, is ‘t daar ja zo chique

Z’ is helder van geest, oh croyez-moi

La belle Rosselle de Chaumont-le-bois



Mijn kinders, ze komen nu alhier en bagnole

En ze zeggen maman, maman tu es folle

Le parisien veut acheter ta maison

En ik naar ‘t gesticht, moi en prison

Ils veulent que je quitte mon palais

Maar tot da ‘k krevere je ne quitte jamais

Z’ hèt haar op heur tanden, croyez-moi

La belle Rosselle de Chaumont-le-bois



Jesus mon dieu, sauvegardez la

En lelijke duvels, ne touchez pas

A la Godelieve, nog zo goed te been

Heur lapins, heur canards en heur huis van steen

En we drinken een glas à ta santé

En we zingen dit liedje à ta beauté

Want ‘t is een schoon wuvetje, croyez-moi

La belle Rosselle de Chaumont-le-bois

Want ‘t is een schoon wuvetje, croyez-moi

La belle Rosselle de Chaumont-le-bois