Ze Boog Zover Voorover

Herman Van Veen

Ze boog zover vooroverdat ik bang was dat ze brak

en ze fluisterde heel zachtjes in m'n oor:

"De rook is hier te snijden, oh ik snak

zo naar frisse lucht."

En ik ben met haar gevlucht.



Buiten op de verlaten boulevard

waait de wind de krullen uit haar haar

meeuwen zeilen als snippers papier

over en onder langs de pier

de avond viel met windkracht elf.



Het had al flink gevroren

er lag ijs in de fontein

ze lachte en ze zei:

"Ik zoek een man

die desnoods op zijn sokken schaatsen kan,"

ik heb urenlang

daar met haar geschaatst.



Zij is overal voor te vinden

en ik ben nergens tegen

we speelden als twee uitgelaten kinderen op het ijs.

Zij is overal voor te vinden

en ik ben nergens tegen

want zij is niet verlegen en ik ben niet goed wijs.



Deze stad is zo lek als een vergiet

het tocht hier en beschutting is er niet

overal is er die snijdende wind

die ons in elk portiek weer vindt

dit is geen stad, dit is een gat.



Om warm te blijven kochten wij een grote zak patat

en we voerden alle meeuwen uit die stad

aan elke vogel vroeg ze heel beleefd

of ie wel voldoende mayonaise had.



Zij is overal voor te vinden

en ik ben nergens tegen

we schreeuwden als twee uitgelaten kinderen naar elkaar.

Zij is overal voor te vinden

en ik ben nergens tegen

de n die ziet ze vliegen en de ander houdt van haar.