Joop

Herman Van Veen

Krijg 't lazarus.

In de spiegel,

wie is die man

met mijn gezicht?



En borrel nog,

een laatste slok,

dan hang ik mij op.



Joop, nog ntje

voor het einde,

n lucifer, en ik vertrek

als de rook van een sigaret.



Druk op zeven,

dat is mijn nummer

en de jukebox speelt Baby blue

en Baby blue, god nog aan toe,

was net zo lief als jij.



Joop, als ik toen op die dag

niet naar rechts

maar naar links

was gegaan.

Als ik op dat moment

ja had gezegd

in plaats van nee

of nee in plaats van ja.

Joop, als ik in dat gesprek

de waarheid had gezegd,

als dat alles zo was geweest, Joop,

dan was ik nu een ander

en de wereld ook.



Vogels fluiten

als lekke banden.

Mijn illusies vluchten

door de gaten in m'n kop.



Licht van buiten,

een fietser rijdt voorbij

met een grafsteen achterop.



Joop, als ik toen op die dag

me niet had laten pakken,

als ik op zeker ogenblik

geweigerd had,

dan was nu alles anders.

Joop, als ik op dat moment

de waarheid had gezegd,

als dat alles zo was geweest, Joop,

dan was ik nu een ander

en de wereld ook.



Het is ontzettend,

ik ben nuchter.

Deze wereld is de mijne niet.

Zinnen die ik toen had moeten zeggen

komen nu pas in mij op.



Maar wat nooit geweest is,

nooit geweest zal zijn, Joop,

dat doet mij

nu pas pijn.