In De Jaren 60

Herman Van Veen

Weet je wat er rijmt

op aan alles komt een eind

geen idee maar het is iets met verdwijnen

zomaar zonder jou

rijmt niet op trouw

toch hou ik van jou

hoe valt dat nou te rijmen



weet je hoe we vroeger

op een warme zomeravond

vaak met z'n tweeen gingen zwemmen in zee

zelden zag ik later

zoveel schoonheid in het water

als op zo'n avond daar aan zee met z'n twee



blijf nou even staan

doe gewoon en kijk me aan

vreemd dat ik nou niets meer weet te zeggen

alles wat ik voel

is je blik die koud en koel

door me heen kijkt, nee

er valt niets uit te leggen



zoveel dat we deelden

hoeveel duizend beelden zie je

als je je ogen voor een ogenblik sluit

in de jaren zestig was ik amper twintig zie je

kijk achterom

want we gaan achteruit



niemand is volmaakt

zeg je zachtjes terwijl je lacht

om de haast waarmee ik afscheid wil gaan nemen

weggaan deed ik meer

het is niet de eerste keer

dat ik vlucht voor de sleur en de problemen



weet je hoe we vroeger

op een warme zomeravond

vaak met z'n tweeen gingen zwemmen in zee

zelden zag ik later

zoveel schoonheid in het water

als op zo'n avond daar aan zee met z'n twee