Toveren

Herman Van Veen

Als hij kon toveren kwam alles voor elkaar

Als hij kon toveren was niemand de sigaar

Als hij kon toveren, kon toveren, kon toveren, kon toveren

Dan hielden alle mensen van elkaar



Ieder huis had honderd kamers, in elke kamer stond tv

En zijn ouders bleven eeuwig leven, en hij leefde met ze mee

De rivier was niet van water, maar van sinaasappelsap

En hij zou niet hoeven leren wat hij eigenlijk niet snapt



Als hij kon toveren kwam alles voor elkaar

- En niemand leed er honger

Als hij kon toveren dan werd geen mens te zwaar

- En iedereen die zong er

Als hij kon toveren, kon toveren, kon toveren, kon toveren

Dan hielden alle mensen van elkaar



Ze vriendje zou ineens begrijpen waarom hij ruzie met hem kreeg

En iedereen zou voor hem buigen als hij de troon besteeg

En 's winters lag er altijd sneeuw, en was het lekker warm

En niemand werd er rijk geboren, en niemand werd er arm



Als hij kon toveren kwam alles voor elkaar

- En niemand leed er honger

Als hij kon toveren was niemand de sigaar

- En iedereen die zong er

Als hij kon toveren, kon toveren, kon toveren, kon toveren

Dan hielden alle mensen van elkaar



Maar voor een toverspreuk van kwaliteit ben je zomaar duizend gulden kwijt

En naar een beter toverboek ben je toch wel vijftig jaar op zoek

En de hele cursus tovenaar duurt honderdvijfentwintig jaar

Dat brengt hij allemaal niet op, ik denk dat hij voor't begin al stopt

Want zelfs de oma van zijn oma, had nooit een tovenaarsdiploma



Als hij kon toveren kwam alles voor elkaar

- En niemand leed er honger

Als hij kon toveren dan werd geen mens te zwaar

- En iedereen die zong er

Als hij kon toveren, kon toveren, kon toveren, kon toveren

Dan hielden alle mensen van elkaar