Vrijgezel

Boudewijn De Groot

Er was een tijd voor ik jou kende

Dat ik leeg maar vol ellende

vloekend op de hele bende

In een kroeg te wachten zat

Tot het meisje van mijn dromen

Op een dag voorbij zou komen

En ik liet mijn tranen stromen

Als ik weer een kater had



En dat mijn geliefde vrienden

Waarmee ik de muze diende

En geen rooie cent verdiende

Ook al had ik nee gezegd

's Avonds aan kwamen gelopen

Om een praatje aan te knopen

En dan 's morgens straal bezopen

Op de stoep werden gelegd



Er was een tijd dat ik het meeste

Te vertellen had op feesten

Waar ik met verlichte geesten

Vaak de politiek besprak

Waarin wij ons nooit vergisten

Mensen die het beter wisten

Waren allemaal facisten

Die het aan verstand ontbrak



Toen ik navelstaarde

En mij communist verklaade

En met alle andere waarden

Op de bom te wachten zat

Toen die niet wilde vallen

Hoorde men al spoedig lallen

En we lagen met z'n allen

Weer vredig op de mat



In die tijd kon ik de vrouwen

Met een kennersoog beschouwen

En ik wilde nimmer trouwen

Want dat kwam me niet van pas

Ik wilde enkel samenwonen

Met een zwart geklede schone

Om de burgerij te tonen

Hoe ruimdenkend ik wel was



Maar het was niet te vermijden

Dat ik eenzaam was bij tijden

Zodat ik vertwijfeld vrijde

Met een meisje van ballet

Welke schoonheid snel verdorde

's Morgens bij het wakker worden

Met de peuken op de borden

En de kruimels in het bed



Op een dag kwam ik jou tegen

Je leek klein en zo verlegen

Druipend in de lente regen

In de grote vreemde stad

Jij wist niets van provoceren

En je wilde me bekeren

En ik liet me alles leren

Als ik maar je liefde had



Nu zit ik de krant te lezen

En een burgerman te wezen

Ik hoef geen honger meer te vrezen

Maar toch denk is soms met spijt

Aan de tijd voor ik jou kende

Aan de vrolijke ellende

Aan de artistieke bende

Van de goeie ouwe t