De Valse Zeeman

Laïs

Vaarwel, mijn Griet en ik ga naar zee


De wind is reeds noordoost


Het schip ligt zeilklaar op de ree


Dus Grietje wees getroost





Straks kom ik weer naar 't vaderland


En dan wordt gij mijn vrouw


Ik heb mijn hart aan U verpand


Ik reken op uw trouw





Dus Grietje denk dan ook aan mij


Beschouw u reeds als bruid


Ga nooit met knapen wie 't ook zijn


Ga nooit met and'ren uit





O Grietje droog uw tranen af


Men liefste schrei niet meer


Gij zijt en blijft mijn hartelief


En spoedig keer ik weer





Wees niet jaloers mijn lieve Griet


Al zeg ik U vaarwel


Die bruine meisjes kus ik niet


Die zijn zo zwart van vel





Maar de stuurman kwam aan het Oosterstrand


Daar was zijn hart gerust


En menig meisje bruingebrand


Werd ook door hem gekust





Maar wat deed Grietje bllef zij 'm trouw


Neen toen zij vernam


Werd zij dien dag reeds bootsmansvrouw


Toen hij weer binnenkwam