Ik ben altijd de schouder
Een troost in zekere zin
Ze noemen mij wel meer dan eens
Hun hartsvriendin
Ik ben altijd maar het broertje
Waarmee ze praten kan
Een maatje, een klankbord
Maar nooit de geile man
Ik ben altijd de glijer
Slik, dat ben ik
Ik ben altijd maar de stoere
Ik doe alles voor m'n kick
Ik ben altijd maar de macho
De Latino, de De Nero
Ik ben altijd maar de stoere
Maar nooit een keer de No-No
Ik wou dat ik jou was
Gewoon een keertje jou was
Dat ik ook eens met een vrouw was
Niet het kussen maar het matras was
Ik wou juist dat ik jou was
Gewoon een dag zo zo was
Dat ik ook een beetje vrouw was
(vrouw was)
En klein was
(klein was)
Niet de pinpas maar het wijnglas
Maar ik wou juist dat ik jou was
Gewoon een dag niet mezelf was
Dat ik alles was wat jij was
En jij was dan wie ik was
En wij dan nog steeds wij was
Dat ik een dagje vrij was
Ik niet eenzaam maar een club was
Ik niet de regen maar de drup was
En wij dan nog steeds wij was
Ik niet de mits maar de tenzij was
Ik niet de kiezel maar de kei was
Ik niet de honing maar de bij was
Ik niet de modder maar de klei was
Ik niet het bed maar juist de sprei was
Ik niet de maan maar juist het tij was
Ik niet de kassa, maar de rij was
Ik niet de ragout maar de pastei was
Ik niet zo gesloten maar gastvrij was
Ik niet het kind maar de voogdij was
Ik niet zo stoer maar een zacht ei was
Ik niet de plank maar juist de strijk was
Ik niet zo super maar loodvrij was
Ik niet de knuffel maar het konijn was
Ik niet de klus maar de Karwei was
Ik niet alleen maar allebei was
Ik niet zo ver maar juist dichtbij was
En dat ik dan Jim uit Idols was
En ik dan die dikke uit de juri was
En wij dan nog steeds wij was