Kleine Cafe Aan De Haven

Vader Abraham

De avondzon valt over straten en pleinen


De gouden zon zakt in de stad


En mensen die moe in hun huizen verdwijnen


Ze hebben de dag weer gehad


De neonreclame die knipoogt langs ramen


Het motregent zachtjes op straat


De stad lijkt gestorven, toch klinkt er muziek


Uit een deur die nog wijd openstaat


refr.:


Daar in dat kleine cafe aan de haven


Daar zijn de mensen gelijk en tevree


Daar in dat kleine cafe aan de haven


Daar telt je geld of wie je bent niet meer mee


De toog is van koper, toch ligt er geen loper


De voetbalclub hangt aan de muur


De trekkast die maakt meer lawaai dan de jukebox


Een pilsje dat is-t-er niet duur


Een mens is daar mens, rijk of arm, 't is daar warm


Geen monsieur of madam maar WC


Maar 't glas is gespoeld in 't helderste water


Ja 't is daar een heel goed cafe


refr.


De wereldproblemen die zijn tussen twee glazen


Bier opgelost voor altijd


Op de rand van een bierviltje staat daar je rekening


Of je staat in 't krijt


Het enige wat je aan eten kunt krijgen


Dat is daar 'n hardgekookt ei


De mensen die zijn daar gelukkig gewoon


Ja de mensen die zijn daar nog blij


refr.(3x)