De Roos

Ann Christy

Men zegt van liefde dat ze zacht is

Als een lief en teder woord

Men zegt van liefde dat ze hard is

En zo vaak het geluk vermoordt

Men noemt haar hunker en verlangen

Men noemt haar redder in nood

Ik zeg dat liefde als een bloem is

Waarop de zon haar stralen strooit



Ze is het hart zo bang en breekbaar

Zo wankel en zo broos

Ze is de droom bang voor 't ontwaken

Omdat ze dan de waarheid hoort

Ze wacht op wie haar nu wil plukken

Op wie haar tranen streelt

Zo bang om vroeg te sterven

Voor ze werkelijk heeft geleefd



En is de nacht zo koud en eenzaam

Duurt het wachten veel te lang

Denk dan maar dat geluk alleen is

Voor wie er hevig naar verlangt

Denk dan maar dat bittere winters

En dikke lagen sneeuw

Nog nooit hebben verhinderd

Dat de roos hen overleeft.