Thuis heb ik nog een ansichtkaart
waarop mijn vrouw staat met een baard
in shoarmatent van Mohammed.
Mijn zoontje op gestolen fiets
die was gratis en voor niets.
Goedkope slotje op gezet.
Deze dorp ik weet nog hoe het was.
Wij hadden huis met stroom gas.
Mijn vrouw was hele dag aan het breien.
Een trui van echte schapenwol.
Wij dronken bier met alcohol.
En ik zeg schat ik wil graag vrijen.
Ik was heel blij dat ik hier heen kon komen.
Naar deze mooie koude land.
Maar ik had echt nooit kunnen dromen.
Dat dit zou lopen uit de hand.
Ik ging toen werken in fabriek.
Maar die machine was antiek.
Ik zei hey baas kom eens kijken.
Moet jij zien die machine.
Moet jij beter nieuwe kopen mischien.
Maar baas zeg jij moet niet zeiken.
Ik zeg machine is echt gevaar.
Hij zegt boem en dan lig ik daar.
Dan kan jij bellen ziekenwagen.
Ja dan zit ik in ziektewet.
En lig ik heel de tijd in bed.
En moet ik vrouw van alles vragen.
Ik was heel blij dat ik hier heen kon komen.
Naar deze mooie koude land.
Maar ik had echt nooit kunnen dromen.
Dat dit zou lopen uit de hand.
Nu is voorbij die mooie tijd.
Mijn vrouw is nu uitgebreid.
Die wol en stokjes nu in de kast.
Die hele dag die kijkt tv.
Heel de familie die kijkt mee.
En dan echt erg entoshuiast.
Jah ik verlang weer naar die tijd.
Dat vrouw die eten weer bereid.
En gaat breien en gaat vrijen.
Maar jah die heeft een woord geleerd.
En dat is geimacipeerd.
Ik denk ga rijen naar Turkije.
Ik was heel blij dat ik hier heen kon komen.
Naar deze mooie koude land.
Maar ik had echt nooit kunnen dromen.
Dat dit zou lopen uit de hand.